Start ] Omhoog ]

Een sociologische kijk op pedofilie

Ken Plummer, universiteit van Sussex,
uit het Engels vertaald door Edward Brongersma

Inleiding 
Deel 1
Deel 2
Deel 3

Inleiding

De laatste twintig jaar hebben sociologen (en enkele sociaal-psychologen) theorieën opgesteld en gegevens verzameld die de levenswijze van homosexuelen in steeds positiever en gunstiger bewoordingen afschilderen dan dit in vroegere uiteenzettingen gebeurde. Ze zien het meer als een manier van leven dan als een ziekelijk verschijnsel.

Er kwam een ontwikkeling op gang die nog steeds voortgaat. De homosexuele leefwijze geldt daarbij niet langer als misdadig of als voorwerp van medische bemoeiing en wordt van haar geheimzinnigheid ontdaan. 

Politici en homosexuelen .zelf hebben zich bij deze ontwikkeling voor een doel op die stellingen van sociologen en psychologen beroepen. Toch grijpen we er volkomen naast als we zouden menen dat deze uiteenzettingen de openbare mening ten aanzien van homosexualiteit ingrijpend hebben gewijzigd. Nog onlangs zijn er opiniepeilingen uitgevoerd en daaruit blijkt dat er nog al tijd veel vijandige gevoelens jegens deze sexuele minderheid bestaan. Enkelingen mogen dan al een meer liberale kijk hebben op homosexualiteit, de meesten blijven haar nog veroordelen. 

Het is het lot van de homosexueel dat men hem afwijst. Maar waarschijnlijk is de vijandigheid nog veel feller ten opzichte van andere sexuele minderheden zoals tra[ns]vestieten, fetisjisten, sado- masochisten en pedofielen. Lars Ullerstam, die in1966 zijn boek over "De erotische minderheden" schreef, kon zelfs met nadruk zeggen, dat homosexuelen misschien nog wel de meest bevoorrechtten van al die erotische minderheden waren: de andere groepen werden niet alleen uitgestoten door de maatschappij in het algemeen. maar ook nog door de overige sexuele minderheden.

Mijn werk bestaat op het ogenblik voor een gedeelte in een onderzoek naar die andere erotische minderheden, met de bedoeling na te gaan of de sociologische stellingen, die we bij het onderzoek naar homosexualiteit gebruikten, nu ook met goed fatsoen toegepast kunnen worden op die andere groepen. Grotendeels is dit werk erg empirisch (o.a. het verzamelen van goed uitgewerkte levensbeschrijvingen) , maar met dit artikel, dat nog slechts een voorlopig beginstadium betekent, heb ik meer strijdbare bedoelingen: ik wil drie van de stellingen die sociologen hebben toegepast op gegevens over homosexualiteit, uiteenzetten, en kijken of die nu ook toegepast kunnen worden op pedofilie .

.Die stellingen (er zijn er natuurlijk veel meer) zijn:

[Deel] 1

Tot dusver werd afwijkend gedrag altijd gezien als iets absoluuts, als een eigenschap van bepaalde mensen. Daartegenover hebben de sociologen beklemtoond, dat afwijkend gedrag iets betrekkelijks is; het , gaat er veel meer om dat andere mensen die eigenschap (afwijkend zijn) aan een gedrag toekennen, dan dat dit afwijkend zijn een wezenlijk element van dat gedrag vormt. 

[Deel] 2

Tot dusver placht men mensen met afwijkend gedrag onveranderlijk te beschrijven als zonderlingen, een beetje beneden de menselijke maat - als onmenselijke sex-monsters en door sexualiteit bezeten. Daartegenover hebben de sociologen geprobeerd een menselijker beeld van het individu met afwijkend gedrag te geven; ze hebben laten zien dat dia onveranderlijke .karakteriseringen legendes waren en van hun mythologisch karakter ontdaan moesten worden; ze hebben de sexuele beleving haar plaats gegeven in de totale leefwereld van het individu en haar niet langer weggerukt uit het maatschappelijk geheel waartoe ze behoort.

[Deel] 3

Tot dusver placht de mens met afwijkend gedrag te worden gezien als een ziek, pathologisch, diep gestoord individu. Daartegenover heeft de socioloog benadrukt, dat afwijkend sexueel gedrag normaal en gewettigd is; men ziet dat nu als een manier van leven, een politieke daad of een waardevolle relatie tot een medemens.

Deze drie stellingen

  • het afwijkend gedrag tot iets betrekkelijks maken, 

  • het afwijkend gedrag vermenselijken, 

  • het afwijkend gedrag als iets normaals afschilderen, 

zijn duidelijk uitgewerkt in sociologische boeken over homosexualiteit (het meest uitgesproken door die sociologen die op de een of andere manier het vaandel van de stigmatisatie-theorie volgen). Het is nu de bedoeling van dit artikel, na te gaan of dergelijke stellingen eveneens op pedofilie kunnen worden toegepast.

Plummer 1 ] Plummer 2 ] Plummer 3 ]

Start ] Omhoog ]