Vorige ] Omhoog ] Volgende ]

~     [Home]     ~

ONDERZOEK NAAR GEHEUGEN EN BEÏNVLOEDBAARHElD VAN KINDEREN

[Blz. 258]

Vaak vormt het kind de belangrijkste getuige in een, geval van seksueel misbruik. Beïnvloedbaarheid van het kind en de nauwkeurigheid van zijn herinnering zijn factoren die in aanmerking dienen te worden genomen bij het beoordelen van zijn verklaring.  

Na de eeuwwisseling is heel wat onderzoek op dit gebied gepleegd. Velen kwamen tot de conclusie dat "kinderen de gevaarlijkste getuigen zijn" en er werd sterk voor gepleit verklaringen van kinderen in een rechtszaak niet langer als rechtsgeldig te beschouwen [*43]. Tegelijkertijd echter werd het door het kind spontaan vertelde verhaal over een bepaalde gebeurtenis als betrouwbaar gezien.

Uit de allereerste onderzoeken kwam een beeld naar voren van een potentieel betrouwbare getuige, die vrij nauwkeurig gebeurtenissen kan navertellen en nie-tsuggestieve vragen kan beantwoorden, maar wiens verklaring door een suggestieve vraagstelling gemakkelijk haar nauwkeurigheid verliest.

Latere onderzoeken vergeleken de herinnering en beïnvloedbaarheid van het kind met die van de volwassene. In veel gevallen bleek dat door suggestieve vraagstelling de herinnering van de volwassene werd beïnvloed.

Loftus [*44] en Loftus en Davies [*45] presenteerden de resultaten van hun onderzoeken waarbij proefpersonen een film te zien kregen van een complexe situatie, waarna hun een serie vragen werd gesteld. Sommige vragen bevatten met opzet misleidende informatie. De proefpersonen die de misleidende informatie kregen, bleken zich naderhand zaken te "herinneren" die niet in de film waren vertoond. De onjuiste informatie was dus kennelijk deel gaan uitmaken van de herinnering. Wanneer deze verdraaiing eenmaal heeft plaatsgevonden, verankert zij zich stevig in de herinnering, waarna het heel moeilijk is om bij de getuige de oorspronkelijke herinnering nog terug te krijgen [*46]. Het onderzoek met betrekking tot beïnvloedbaarheid en de herinnering van het kind heeft zich met name gericht op de vraag hoe beïnvloedbaar het kind is in vergelijking met de volwassene.  

Het kind herinnert zich minder dan de volwassene [*47], maar zijn spontane herinnering is over het algemeen nauwkeurig. Aangezien bij ondervragingen van het kind over het algemeen nogal wat suggestieve vragen worden gesteld, is de herinnering van het kind slechts een aspect wanneer wij ons afvragen of het kind als getuige kan optreden. Want hoe beïnvloedbaar is het kind in vergelijking met een volwassene? Het is duidelijk vastgesteld dat de volwassene wordt beïnvloed door suggestieve vragen. Vindt beïnvloeding van het kind in gelijke mate plaats?  

In de loop van de tijd zijn er verschillende visies geweest ten aanzien van de vraag of de herinnering van het kind eerder door suggestieve vragen wordt vervormd dan die van de volwassene. Vroegere onderzoeken concludeerden dat het kind meer beïnvloedbaar was. Latere onderzoeken toonden aan dat zowel de volwassene als het kind door suggestieve vragen wordt beïnvloed, maar verschilden ten aanzien van het punt of het kind meer beïnvloedbaar was.

[Blz. 259]

De meest recente onderzoeken wijzen uit dat het jonge kind meer beïnvloedbaar is dan de volwassene en dat het jongere kind meer beïnvloedbaar is ten opzichte van het oudere kind [*48]. Het jonge kind scoorde vooral slecht bij het identificeren van de verdachte in visuele confrontaties in het bijzonder wanneer deze niet voor de "line-up" confrontatie was opgesteld. De identificatie bleek in vele gevallen onjuist [*49].  

Over het algemeen kan worden gesteld dat hoe minder het jonge kind zich iets herinnert, hoe groter de kans op misleiding wordt, en hoe jonger het kind is, hoe kleiner het herinneringsvermogen is. Des te geringer de spontane herinnering, des te groter de neiging van de ondervrager om suggestieve vragen te stellen. Bovendien kan het kind een andere indruk hebben van wat het geacht wordt te doen dan de volwassene. Het kind maakt bij ondervraging gebruik van alles wat het weet en verstrekt die gegevens waarvan het vermoedt dat de ondervrager die wil horen.

Cole en Loftus stellen dat

"... het kind sterk wordt beïnvloedt door de informatie van de volwassene en zelfs door het ondervraagd worden door een volwassene." [*50]

Volgens Ceci et al. [*51] wordt een deel van de beïnvloedbaarheid van het kind veroorzaakt door het feit dat het de neiging heeft zich te conformeren aan wat het denkt dat de volwassene van hem verwacht. Om dit te voorkomen benadrukken King en Yuille [*52] dat men het kind vooraf dient te vertellen dat de ondervrager alleen geïnteresseerd is in wat het zich herinnert en dat het, wanneer het zich bepaalde dingen niet meer herinnert, dat ook zo moet zeggen.  

Een probleem bij alle onderzoeken met betrekking tot de beïnvloedbaarheid van het kind is de ecologische validiteit. De feitelijke situatie waarmee het kind geconfronteerd is geweest kan nooit in laboratoriumonderzoek worden nagebootst. In een typerend onderzoek bij voorbeeld, kreeg het kind de misleidende informatie een maal aangeboden en werden er twee of drie suggestieve vragen gesteld of misleidende gegevens verstrekt. Ons onderzoek doet echter vermoeden dat de helft tot vier vijfde deel van de vragen in een ondervraging suggestief is of anderszins foute reacties uitlokt [*53].  

In onderzoekssituaties wordt het kind onmiddellijk getest, of eventueel na een aantal dagen. Maar in gevallen van seksueel misbruik, waarin het kind als getuige wordt gehoord, wordt het vaak over een langere periode vele malen door verscheidene personen ondervraagd.

Omstein en Gordons [*54] beklemtonen dat vanuit de literatuur niet bekend is in welke mate het kind zich saillante gebeurtenissen na een aantal maanden of soms jaren nog kan herinneren. De uiteindelijke getuigenis van het kind wordt gevormd door een combinatie van herinnering en reconstructie gebaseerd op alle ondervragingssessies, gesprekken en therapeutische behandelingen die het kind tijdens het traag verlopende proces moet ondergaan. Hoe trager het proces is, des te groter is de kans op beïnvloeding door de omgeving. Het risico dat de herinnering gebaseerd is op reconstructie in plaats van op zuivere herinnering, wordt groter.  

De meeste experimenten zijn gebaseerd op de herinnering van het door het kind waargenomene. Echter, als getuige in een zaak van seksueel misbruik wordt het kind verondersteld het slachtoffer van een traumatiserende gebeurtenis te zijn.

[Blz. 260]

Twee recente onderzoeken zijn gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, een bezoek aan de tandarts [*55] en een injectie bij de dokter [*56] Deze voorvallen echter veroorzaken heel wat minder spanning dan seksueel misbruik. Bovendien, zo stellen Raskin en Yuille [*57], kan het als getuige optreden in een zaak van seksueel misbruik diepgaande gevolgen hebben voor het verdere leven van het kind. Wanneer het kind seksueel misbruik toegeeft, kan dat namelijk betekenen dat het gezin uit elkaar valt of dat het kind in een pleeggezin wordt geplaatst. In onderzoekssituaties hebben de gebeurtenissen en getuigenissen die het kind aflegt geen gevolgen voor het kind. Volgens Raskin en Yuille betekent dit dat

"door deze verschillen ... men op grond van de literatuur geen harde conclusies kan trekken". [*58]

Concluderend kan men stellen dat de vrije herinnering van het kind tamelijk nauwkeurig kan zijn. Mits het kind zorgvuldig wordt ondervraagd en suggestieve vragen worden vermeden, kan een kind een competente getuige zijn. Echter, het suggestieve en dwingende karakter van ondervragingen, zoals die over het algemeen bij kinderen plaatsvinden, betekent dat de waarde van hun verklaring moet worden beoordeeld in het licht van een voorafgaande vaststelling van de invloed die reeds op het kind is uitgeoefend.

Vorige ] Omhoog ] Volgende ]